Snap
  • Mama
  • #rouw
  • #verdriet
  • #overlijden
  • #stilgeboren

De dagen na de uitvaart

Het is niet de bedoeling dat ik deze blog als dagboek ga gebruiken, maar het schrijven geeft rust. Net als dat het rust geeft om mijn eigen verhalen terug te lezen en vergelijkbare verhalen te lezen. Ervaringen van anderen waar ik erkenning uit kan halen, maar die verder in het proces zijn dan ik. Lezen hoe zij ermee om zijn gegaan, het een plek hebben kunnen geven en de leed delen. Ik hoop dat mijn verhalen ook weer anderen mogen helpen. Anders helpt het mij en doe ik het voor mij.

De dagen na de uitvaart.

Zaterdag 25 juni gaat om 8 uur ’s ochtends de wekker. Deze ochtend werd ik weer wakker met hoofdpijn, maar de stuwing was gelukkig iets minder dan de dag ervoor. We hebben besloten naar Amsterdam te gaan. Hier zouden we een grotere kans hebben op het vinden van een gedenktafel. We zijn een paar keer verkeerd gereden, omdat er veel wegen in Noord afgesloten zijn. We hadden afgesproken eerst langs De Nieuwe Noorder te gaan. De begraafplaats waar mijn oma ligt. Alleen waren we al veel tijd verloren door rondjes te rijden om bij een P+R te komen. Ik werd misselijk van het idee weer onder de mensen te moeten zijn. De voorgaande dagen hebben we ons in bossen en natuurgebieden gewaand. Afgelegen met z’n tweeën. Nu gaan we de grote stad in. We zijn via metrostation Noord, vlakbij de Loenenmark waar oma woonde, naar Centraal gereisd. Het was overweldigend. Als kind hield ik van deze drukte. Iedereen draagt wat hij/zij prettig vindt, is hoe hij/zij zich prettig voelt, iedereen is uniek en uit zich op die manier. Het is een extrinsieke stad met veel karakter. Nu was het overweldigend.

We zijn links begonnen in de Chinese wijk. Mijn man wilde een toko bezoeken. Eenmaal hier voelde ik mij niet goed. Ik kreeg hoofdpijn, werd duizelig en zat erg op mijn grenzen. Overprikkeld? Ik wilde hier weg. Het probleem is, als ik stop, dan stoppen wij allebei. Dus het is belangrijk om voor elkaar door te gaan, zelfs ga je over je strepen.

We zijn erna naar Henk Comics gelopen. Ook dit was niet mijn plek. Ik kon nergens zitten of rusten. Dus ben naar buiten gelopen om tegen het kozijn aan te hangen. Cola te drinken voor de cafeïne. Even later kwam mijn man naar buiten en liepen we de straat uit. Er was weer een toko waar hij graag wilde kijken, dus we gingen hier naar binnen. Er zat een klein jongetje achter de toonbank met zijn vader te praten. Hij vertelde dat hij een meisje op school leuk vond. Hij begon haar naam te spellen en zijn vader moest haar naam raden. Het begon met een ‘M’, dus de vader begon met de namen: Merel, Mees… en het jongetje lachte “neeeee!”. De letter erna was een ‘A’ en daarna een ‘C’. De vader grapte “McDonalds!” Het was zo ontzettend lief en pijnlijk. Ik kreeg het op dit moment heel zwaar. Mijn man kwam naar mij toe en vroeg of we naar Artis zouden gaan. Dat was een goed idee. Weg uit deze stad, weg uit deze drukte en gewoon naar een dierentuin.

In Artis zijn we eerst naar het toilet geweest in het Planetarium. Die begon over 5 minuten, dus sloten we daarbij aan in de rij. Even rust. Althans dat was de gedachte van mij. Niets was minder waar, want er waren allemaal lieve, vrolijke kindjes, die enthousiast meededen. Naast ons zat een moeder met drie kinderen. Alleen. Ik vroeg me af waar haar partner was. Zou hij nog leven? Zouden ze gescheiden zijn? Het lijkt me ontzettend pittig om drie kinderen te hebben en in je eentje mee te nemen naar een dierentuin. Ik bewonderde haar. Ik dacht aan de lege stoel naast mij. Hier miste iets. Schuin tegenover mij zat een stel met een dochtertje van ongeveer vier. Het was een Turks stel. De man had een strenge uitstraling, een beetje verwend. De vrouw was jong en zag er knap uit. De man liet haar lopen om alles op te halen voor hem, ze had drinken gehaald, maar dit wilde hij niet. Hij stuurde zijn dochter weg, wie naast hem zat. Zijn vrouw moest naast hem komen te zitten. Het was een onaardig gezicht. Het maakte mij weer bewust dat elk huisje zijn kruisje heeft. De relatie met mijn man is in de puntjes perfect. Alles tussen ons is perfect. Het verlies is tragisch, pijnlijk en we zijn nog steeds heel verdrietig en leeg. Al weet ik zeker dat we hier samen een weg in zullen vinden. Niet nu, niet snel, maar we doen ons best om door te gaan en elkaar te steunen. 

Baby’s en puppy’s

Het zien van kinderen en baby’s doet mij gek genoeg niet zoveel pijn. Tenzij ik er te lang bij stil ga staan. Ik denk dat mijn hoofd dit voor mij heeft afgesloten om mij te beschermen. Er zijn namelijk zoveel baby’s, kinderen en zwangeren. Als ik mij iedere keer hier iets van aan moest trekken zou ik mijzelf van een brug hebben geduwd. Ik ben blij dat ik die kinderen, baby’s en zwangeren kan afschermen en los kan zien van wat er met ons is gebeurd.

Dan hebben we natuurlijk nog jonge dieren. We kwamen bij een zeeleeuwen verblijf. We zagen wat zeeleeuwen rondzwemmen en blaffen. Een vrouw voor ons vertelt dat er een moeder met een pup rondzwemt. Ze wijst naar de mama en de kleine vlek in het water. De moeder springt op de kant en gaat naast een steen zitten. De pup probeert over de rand te komen en klungelt uit het water te komen. Eenmaal uit het water laat de mama trots haar pup zien. Ze duwt met haar hoofd tegen het hoofdje van de kleine en presenteert haar baby aan ons. Trots. Ze liep wat rond en de pup volgde haar. Het was zo onwijs aandoenlijk. Gek genoeg was dit pijnlijker dan het zien van zwangeren, baby’s en kinderen. Waarom? Mijn hoofd heeft zich waarschijnlijk niet voorbereid op de jonge dieren en wat voor emotie dit zou oproepen. De pup ging drinken bij zijn mama en maakte luidruchtige smakgeluiden. Ik heb zoveel moeite moeten doen om niet te huilen. Een pup. Ben ik jaloers op een zeeleeuwen moeder, maar niet op een mensenmoeder? 

De olifant en zijn rode bal

Artis bracht veel rust. Ik kon mij afschermen van de mensen wie langs kwamen. Het was rustig in het park, waardoor het eenvoudig bleef in onze bubbel te blijven. Er waren niet veel verschillende kledingstijlen, de mensen wie er liepen waren bezig met de dieren en wij konden praten over datgene wat wij zagen. Het was een andere setting.

We kwamen langs het olifantenverblijf. Twee volwassen olifanten stonden naast een waterbak. Daarin zat een kleine kalf met een grote rode bal te spelen. Hij duwde deze bal met zijn slurf tegen de muur waarna hij met zijn poten er over gooide om er op te drijven. Wiebelend gleed hij er weer vanaf en ging kopje onder. Zijn hoofdje kwam verblijd weer boven water om het te blijven herhalen. Het was zo ontzettend lief. Weer had ik moeite om niet te huilen. Serieus, om een olifant die speelt met een bal?

Na Amsterdam

We zijn teruggereden met de tram en metro naar de P+R in Noord. Het was al na zessen, dus de begraafplaats was gesloten. Een andere keer maar weer. De terugrit was stil. We hebben muziek geluisterd en op het nieuws kwamen berichten over mensen wie om het leven waren gekomen. Incidenten, moorden en noem maar op. Er was een bericht over een vijf jarig jongetje wat met luier in de gracht is gevallen en is gered. Het kwam allemaal op het nieuws. Het liet mij nadenken over hoe het voor die ouders zou zijn. Het verlies, de angst en onzekerheid. Mensen wie een karakter hebben, mensen wie iets hebben opgebouwd, mensen wie onderdeel uitmaken van de maatschappij en onze zoon? Is het verkeerd of stom dat ik rouw en intens verdrietig ben om onze zoon, wie alleen in mijn buik heeft geleefd? Mag dat niet? Het leven is niet eerlijk… Iedere dag sterven er zoveel mensen. Het is wreed.

Snap

Zondag 26 juni

Deze ochtend was ik weer vroeg wakker. Weer die enorme hoofdpijn bij het opstaan. Verder gaat het lichamelijk alweer beter. Bloedverlies wordt minder, buik neemt steeds meer af, houdt nog steeds veel vocht en vet vast. Maar fysiek gaat het steeds beter.

Voor en tijdens de zwangerschap maakte ik mij heel erg veel zorgen over het ontzwangeren. Ik was bang dat ik dik zou blijven. Je las of hoorde dan wel dat je jouw mama lichaam moet leren accepteren. Als ik dat voorgeschoteld kreeg, dacht ik “Ja, hallo! Mijn hele kledingkast is gevuld met maat XS/S. Ik ga niet accepteren dat het een maat L wordt!” en inmiddels na dit verlies, voel ik mij ergens content mee dat mijn lichaam zo enorm is. Ik heb een kind gebaard. Een prachtige zoon. Hij is er niet meer, maar mijn lichaam heeft hem gemaakt. Ja, ik kan wel begrijpen dat je na de bevalling je lichaam leert accepteren wanneer je je kind ziet. Dan maakt het inderdaad allemaal niet meer uit. Met liefde haal ik een nieuwe garderobe als het niet meer wordt zoals voorheen. Alleen nu is hij er niet meer. Helemaal niet meer, alsof hij nooit heeft bestaan. Mijn lichaam is confronterend. Ik zie een mama lichaam. Een moeder, maar geen kind. Ik kan mijn lichaam niet accepteren. Ik wil het, maar ik kan het niet. Onze zoon is niet bij ons…

De verloskundige, wie bij de bevalling was, kwam tegen het einde van de ochtend. Ze stelde vragen, ik beantwoordde deze en ze voerde haar controles uit. Mijn baarmoeder zit op ongeveer 4 cm en alles is verder goed. Ze zou de gynaecoloog bellen om te vragen hoe het zit met mijn hoofdpijn en over de stuwing. Mijn man kwam nog naar beneden en heeft nog even met haar gepraat.

Ze belde even later om te vertellen dat die hoofdpijn zeker kan door de ruggenprik en alles wat er speelt. Ik mag dus paracetamols slikken, ibuprofen en bellen als het erger wordt. Tegen stuwing is er medicatie, maar die wordt afgeraden en pas ingezet wanneer de stuwing niet op een andere manier afneemt. De koolbladeren, saliethee en koelelementen zouden hun werk moeten doen. Werkt het dan nog niet, dan kan ik altijd in aanmerking komen.

We zijn zondagmiddag wezen wandelen in een natuurgebied bij Leek. Mijn man is fan van vlonderpaden, dus was het Petgatenpad een mooie locatie. Het is absoluut een mooie locatie, maar ondanks dat het mooi is voelt het leeg. Ik ben erg stil. In mijzelf gekeerd, timide en gereserveerd. Ik laat mij leiden en ben aan het lijden. We hebben weinig gezegd. Ik merk dat ik nog moeite heb met lang op mijn benen te staan. Steeds spoken de woorden door mijn hoofd ‘je moet rustig aan doen’, waarbij ik weer denk ‘Als ik nu stil sta, dan staan wij allebei stil. Dan gaat de wereld door zonder ons en verdrinken wij in ons verdriet. We moeten doorgaan.’

Mijn hoofd werkt niet mee. Dat merk ik duidelijk tijdens het wandelen. Mijn geheugen laat mij in de steek. Alles wat wordt gezegd ben ik direct vergeten en kan ik met moeite of helemaal niet terughalen. Erg vind ik het niet. Het is een coping methode, denk ik. Leren omgaan met verlies is voor iedereen anders. Het verschil tussen mijn man en die van mij is groot. Hij neemt een leiderspositie in, stuurt en doet zijn best zo sterk mogelijk te zijn. Uit mijn jeugd heb ik heb ik een sterke vluchtdrang, waardoor ik in mijzelf keer en het van mij af schrijf. Letterlijk, afschrijven. Ik ben blij dat ik dit allemaal opschrijf. Mijn eigen verhalen heb ik wel honderd keer terug gelezen. Merk grammaticale, taal en spellingsfouten op. Tja, wat wil je. Ik lees mijn verhaal door de ogen van een ander. Net of het niet mijn verhaal is, dat maakt het dragelijker. Maar iedere keer wanneer ik het teruglees herinner ik mij weer een stukje meer. Maar het voelen doe ik het niet. Mijn gevoel is helemaal afgesloten. Leeg. Numb. De eerste paar dagen schieten de gevoelens door elkaar heen. Voor de uitvaart, die eerste vier dagen, die waren intens. Dat waren de meest intense, heftige dagen OOIT uit mijn leven. Na de crematie hadden wij samen besloten het los te laten. Niet dat we onze zoon willen loslaten, maar de pijn. Wat doe je dan? Je zet een knop om. De knop zet je om voor jezelf, voor je partner en voor anderen om je heen. Wat gebeurt er dan? Precies. Je wordt leeg. Je voelt je bezwaart om iets te voelen en slikt het allemaal weg. En ik heb letterlijk een paar keer moeten slikken en zuchten om tranen weg te werken.

Tijdens de wandelingen springen je gedachten alle kanten op. Je hebt er geen grip op. Ik heb bijna gehuild, maar heb het in weten te houden. Die avond kwam kon ik het niet meer tegenhouden. Ik ben zo moe, op. Heb geen kracht meer om ‘sterk’ te zijn. Ik wil huilen, in bed en er niet meer uitkomen. Het liefst lig ik mijn hele verlof uit in bed. Sta niet meer op, eet niet meer, praat met niemand en hoef geen licht meer te zien. Maar…. Ik ben niet alleen.

Tijdens het wandelen heb ik mijn man gevraagd, heel brutaal, of hij niet liever zonder mij is. Dat hij mij niet als blok aan zijn been heeft in deze situatie. Zodat hij op zijn eigen manier en eigen snelheid kan herstellen. Dat hij een gezin kan starten met een ander, wie het wel kan. Hij keek mij gekwetst en boos aan. Natuurlijk ging hij hier stellig op in en wuifde het onderwerp weg. Ik zou het ook niet kunnen. Niet zonder hem. Wat ben ik dankbaar dat hij bij mij is en voor mij kiest. In zo’n situatie had je het heel anders kunnen treffen, maar dat wij voor elkaar bestemd zijn, lijkt mij wel duidelijk. Het is mijn onzekerheid die praat. Als kind had ik al last van enorme faalangst. Later heb ik nog depressie gehad. Van geluk kan ik spreken dat er momenteel geen sprake is van depressie. Rouw en depressie liggen wel dicht tegen elkaar aan. Nu is het nog makkelijk relativeren, ben ik niet suïcidaal (al zeg ik soms wel eens wat anders), maar is het echt intens rouw waar nog wel licht aan het eind van de tunnel is. Het is alleen een hele lange tunnel.

Snap

Maandag 27 juni

Deze ochtend is de hoofdpijn net zo vervelend als anders. De fysieke klachten zoals je behoefte doen, plassen, misselijkheid en buikpijn zijn over. Stuwing lijkt af te nemen en doet geen pijn meer. Buik lijkt steeds iets meer terug te trekken. Deze ochtend werd ik abrupt gebeld door een privénummer. Ik lag nog tegen mijn man aan, maar had het vermoeden dat dit het ziekenhuis kon zijn. Gek, want ik zou pas een afspraak hebben op 6 juli. Bij het opnemen hoor ik een vrouw. Ze vertelt dat ze een maatschappelijk werker is vanuit het ziekenhuis om dit verdrietige afloop te bespreken. Ze vroeg of ik haar had verwacht en dat had ik niet. Ze stelt allerlei vragen en doet echt haar best. Mijn gedachten glijden weg naar de methode die ze toepast, hoe ze het gesprek voert, samenvatten, doorvragen en welke technieken. Ze blijft maar vragen stellen en ik antwoord kort en bot. Uiteindelijk vraagt ze of ik in de toekomst weer met haar wil praten. Dit wijs ik af. Ik geef aan dat ik, ondanks ik psychologie heb gestudeerd, niet overweg kan met hulpverlening. Juist omdat ik meer ga letten op de gesprekstechnieken en dit niet kan loslaten. Voor mijn studie psychologie heb ik de studie mediavormgeving gedaan. Hier leerde ik onder andere animeren en films maken. Wanneer je eenmaal weet hoe een film wordt gemaakt, ga je er anders naar kijken. Je gaat een voorstelling maken hoe het achter de schermen is. Dit gebeurt ook met gesprekken met hulpverlening. Je gaat het ‘achter de schermen’ uitpluizen. Welke reden zit erachter dat je deze vraag stelt en waar wil je heen? Waar stuur je mij heen? Je mag mij helemaal geen advies geven, ga je mij woorden in de mond leggen, met het samenvatten moet je exact mijn woorden overnemen en niet ineens je eigen woorden gebruiken. Het stoort mij. Ik kan het niet loslaten. Ze had er begrip voor en gaf aan dat we ‘sterk’ waren en dat we veel steun aan elkaar hebben. Ze geloofde erin dat het met ons wel goed komt. Ze was alleen wel verbaasd hoe ‘sterk’ wij zijn. Ze vertelde namelijk dat ze vooral vrouwen spreekt wie een zwangerschap hebben moeten afbreken of waarvan de zwangerschap is beëindigd rond de 20 weken i.v.m. slechte echo en/of vruchtwaterpunctie. Dat ze veel verschil merkt in rouw en hoe ze ermee omgaan. Ja, dat geloof ik wel. Met boos of verdrietig blijven krijg je je kind niet terug. Sterker nog, wat je ook doet, je krijgt je kind niet terug. Er is geen tijdmachine en als er sprake is van een parallel universum zou het misschien wel goed aflopen. Soms moet je ergens in geloven om het beter te maken. De een gelooft in een God, de ander gelooft in krachten of magie, spiritualiteit of wat dan ook. Geloof is hoop en hoop maakt je sterker. Ik weet niet waarin ik geloof.

We zijn In de middag de stad in gegaan. Momenteel pas ik mijn hele garderobe niet meer. Mijn hele kledingkast ligt vol met XS/S toen ik nog 58kg woog. Inmiddels na de bevalling weeg ik 75kg, maar heb enorme grote bovenbenen en nog steeds grote borsten. Dit zal vast wel afnemen, maar ik verwacht niet dat het ooit teruggaat naar een S’je.

Het accepteren van mijn mama lijf is momenteel geen uitdaging. Voor de zwangerschap had ik je nooit geloofd als je had gezegd dat ik die dikke benen, brede heupen en lelijke buik zou accepteren, maar toch doe ik het. Wanneer ik meiden zie wie het figuur hebben, die ik voor de zwangerschap had, zie ik hen ook als ‘meiden’. Meiden zonder kind. Mooi, maar iets wat niet meer bij mij past. Ik wil moeder zijn. Een moeder lichaam is gewenst. Ik omarm die vetrollen. Ik omarm die buik. Vind ik het mooi? Nee, absoluut niet. Ik hoop dat het wel weer eens wat beter wordt, maar ik accepteer het en heb daarom nieuwe broeken aangeschaft. Van maat 34/36 heb ik nu maat 40/42. Ja, dat is mijn maat. En dat is helemaal prima.

Na het vinden van wat broeken hebben we een wandmeubel gevonden. Een wandmeubel voor in onze slaapkamer waar alle spulletjes van onze zoon in gepresenteerd kunnen worden. We kozen voor onze slaapkamer, omdat ik het in de woonkamer iets te prominent vindt. Het kan sfeerbepalend zijn. Voor sommige gelegenheden of gasten kan het moeilijk zijn. In zijn slaapkamer is geen optie. De babykamer zit volgestouwd met de kinderwagen, 2 maxi cosi’s, de box, speelgoed, kraamspullen, vluchttas, babyhangmat, positiekleding, voorleesboeken, flesjes en alles wat overal in huis lag of stond. Alles is geparkeerd in dat kamertje met het gordijn naar beneden en de deur dicht. We komen er niet meer in.

Eerst wilden wij voor een gedenktafel gaan, maar we hebben niet veel ruimte voor een tafel of een kast. In onze slaapkamer, aan de muur die zich verbindt met de babykamer, hing eerst een schilderij. Deze hebben wij samen opgehangen op het moment dat wij gingen samenwonen. Het werd dus wel eens tijd dat deze werd vervangen. Een gedenkwandmeubel. Ja, dat is het. Alles van onze kleine jongen staat erin: gipsafdrukjes, afdrukjes op papier van zijn handjes en voetjes, opgevangen vruchtwater (ja, goor. Nou en!), gebreide schoentjes voor hem, zijn eerste speeltje gekregen van een tante, het boek van The Little Prince, kopie van de geboorte akte, een knuffeltje (waarvan hij het andere knuffeltje heeft), een steen van zijn geboortemaand, de geboortelepel van mijn vader aan hem, een bordje wat ik vandaag in de kringloop heb gevonden en veel emoties opriep en vast nog meer waar ik nu niet op kan komen. Het is mooie presentatie, waar ik vaak aan zal rommelen en herpositioneren. Nu heeft hij een plekje dichtbij ons. We zien hem nu iedere ochtend wanneer we wakker worden en iedere avond voor het slapengaan. 

Mama van Vigo✨'s avatar
2 jaar geleden

Je verhalen zijn zó herkenbaar 😔❤️ heel veel sterkte de komende tijd ❤️❤️

wannie73's avatar
2 jaar geleden

Ooh wat heftig wat jullie allemaal hebben meegemaakt en nog steeds in een 8baan zitten. Ik vind het zo ongelovelijk "knap" dat jij nu.al zo van je af kunt schrijven. Ik vind jou zo sterk overkomen in jouw blogs. Ik vind jou ook zo ontzettend dapper dat jij in de moeilijkste periode dit met ons kunt/wilt delen. Ik wens jou en je mag ontzettend veel sterkte toe ❤️😘

Annie 37's avatar
2 jaar geleden

Wat ontzettend fijn dat je het zo van je af kan schrijven! Sterkte en kleine tip, pak ook je rust! Echt waar, dat heb je nodig!

Mama van Ivy's avatar
2 jaar geleden

❤️ zo goed dat je zo van je afschrijft !

Hi! Praat je ook mee met postauthor?

Sharing is caring! Deel ook jouw ervaring of mening over dit onderwerp.

Pssst... Ben je er nog?

Er staan nog meer inspirerende verhalen op je te wachten! Maak nu gratis een account aan of log in om verder te gaan.

Nooit meer iets missen van Mamaplaats?

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief!

Hi! Laat je ook een reactie achter bij L-eef?

Of praat mee en deel direct jouw ervaring of mening!

Heb je ook een verhaal of tips om te delen?

Start dan nu je eerste post! Een story, forumtopic of poll plaatsen kan ook.