Snap
  • Mama
  • #overlijden
  • #stilgeboren

Trauma en rouwverwerking (dag 2)

Het is een leeg en stil huis. Waar we niet graag in zitten, maar elke avond kijken naar de plek waar de box stond.

22 juni

Die ochtend na het schrijven van de vorige blog, ben ik terug naar bed gegaan. Tegen mijn man aan. Het was half 7 en de wekker zou om 8 uur gaan. We hadden namelijk besloten om een biologisch afbreekbare urn te gaan ophalen uit Utrecht. Voor ons is dat 1 uur en 52 minuten rijden. De vier uur durende rit was intens. Het was een achtbaan aan emoties en je nog eens vast in je gordel. Je kunt geen kant op. De maxi cosi had gevuld op de achterbank moeten staan. We hadden gejengel moeten horen en deze rit helemaal niet moeten maken...

De rit was intens, maar uit huis zijn is wat we willen. De radio stond aan. Er was nieuws over hoe erg de boerenprotesten zijn op de weg, er kwamen nummers met duistere teksten of juist hele vrolijke zoals Celebrations. Het was vreselijk, maar stilte? Nee, dan liever geluiden die niet of wel passen bij de stemming. Mijn man heeft de hele dag gereden. Ondanks dat hij af en toe waterige ogen kreeg. 

Bij het horen van een sirene (auto van de geheime dienst, niet eens een ambulance) ben ik hysterisch gaan huilen. Het was een trigger. We hebben die autorit in stilte gezeten, maar ook elkaar proberen op te vrolijken met grappen of afleiden met andere verhalen, maar ook gehuild en nagedacht.

Halverwege zijn we gestopt. Omdat ik moest plassen zijn we bij een tankstation gestopt. Mijn man heeft wat eten gehaald en wat te drinken. Zelf heb ik gehuild in een toilethokje. Mijn ogen waren al vanaf de bevalling al knalrood en gezwollen. Dus dat ze nu ook waterig waren... En ik liep erbij alsof er iets tussen mijn benen hing. Moeilijk. Tja. Men kon wel denken dat ik mishandeld werd. Wat zou een ander aannemen als ze je zo op straat zien? Ach, wat maakt het uit.

Bij het verlaten van het toilet heb ik een senior geholpen door het poortje te komen van het toilet. Hij lachte. Ik niet. Maar ik vond het fijn dat hij lachte en niet wist wat er aan de hand was. Ik had die lach nodig. Zonder het bewust te beseffen. Al kreeg hij hem niet terug.

Buiten heeft mijn man wat gegeten en zijn koffie gedronken. Voor mij had hij ook een luxe vegetarisch broodje gehaald. Daar had ik natuurlijk geen zin in. Na onze pitstop zijn we doorgereden. Nog een driekwartier. 

Utrecht

In Utrecht is het lastig parkeren. Wij moesten aan de Oude Gracht zijn voor de urn. Uiteindelijk zijn we tegen de richting een straat ingereden om daar te kunnen parkeren. Daarna begon de zoektocht. Langs de vieze gracht met een dode karper. Een karper zo groot als onze zoon, ongeveer 50 centimeter. Ook dood. Ik bleef kijken of hij toch een beweging ging maken. Misschien gebeurt er wel een wonder? Ik weet ook dat ik mijzelf valse hoop blijf geven en waarom? Omdat ik niet goed slaap, omdat ik een verlangen heb, omdat ik mijn kind warm uit mijn buik heb voelen komen? Ik weet het niet.

Na het zoeken kwamen we in een klein steegje. Hier is een klein De Ja Vu moment. De deur ging open en een oudere man deed open. Hij leidde ons naar binnen. Begon zijn verhaaltje te houden en mijn man volgde zijn gesprek. Wat er gezegd is weet ik niet meer precies. Hij had het erover dat deze urnen moeilijk te verkrijgen zijn, dat hij een van de weinigen is die ze verkoopt en wij geluk hadden dat deze op voorraad was. "Geluk". Mijn man vertelde dat hij deze voor zichzelf ook wilde hebben. "oh..." zei de beste man. Mijn man maakte zijn zin af met: "Als ik later eraan toe ben natuurlijk."

Ik liep door de ruimte om naar alle beelden, urnen, vogeltjes en schilderijen te kijken. Het was net een expositie Trieste Leven of Trieste Dood. Aan de muur van de uitgang was gevuld met een en al spiegel met wat plantjes ervoor. Confronterend, maar als je dat leuk vindt? Mijn man nam de urn en we vertrokken. Eenmaal buiten vroeg hij of we nog in een parkje wilden zitten. Dit wees ik af. Laten we teruggaan.

Terug bij de auto zat een man op een trapje aan de gracht. Naast een boot waar iemand aan het schrobben was. De man op het trapje had zijn oortjes in. Hij keek verdrietig voor zich uit. Ik liep naar het perkje naast hem, waarbij hij zich langzaam omdraaide. Hij had net zulke rode ogen als ik. Zijn mond was een lach van oor tot oor, maar dan ondersteboven. We bleven oogcontact maken tot ik de auto in was gestapt.

Afspraak maken bij de gemeente

In de auto heb ik de gemeente gebeld waar onze zoon is geboren. Het duurde een halfuur tot een mannenstem vroeg waar hij mij mee kon helpen. Ik vertelde dat ik voor vandaag een afspraak wilde maken bij de gemeente. Hij was stil. Net of de lijn verbroken was. Het irriteerde mij. Die stilte kan ik niet aan. Of het nou seconden waren of minuten. Voor mij duurde het te lang. Dus ik vroeg of hij plek had. Hij vertelde dat het hele agenda vol zat, maar vroeg naar mijn postcode en huisnummer. Ik noemde deze op. Weer die stilte. Ik vroeg of hij het kon vinden. Hij vroeg naar mijn naam. Ook deze noemde ik op. Weer die stilte. Ongelooflijk ***. Ik begon mijn achternaam te spellen en vroeg of hij het kon vinden. Dan vroeg hij naar de reden. Ik vertelde dat wij aangifte wilden doen van onze overleden zoon. Hij bleef stil. Ik vroeg hem hierna niks meer. Hij zei zachtjes: "Oh jee, wat erg mevrouw..." Ja, dat weet ik. Maar kan ik langskomen of niet? De lijn was wéér stil. Ik drong aan of we vanmiddag langs konden komen, ja of nee. Hij vertelde dat hun agenda vol zat, maar dat dit een noodzaak is en niet kan wachten. Dus we konden langskomen. Ik antwoordde vlot: "Prima, dan zijn we er rond een uur of twee." Hij gaf aan dat hij dit zou doorgeven en ik verbrak de verbinding. Gadverdamme. Stiltes. 

De gemeente

De terugweg was nog steeds een achtbaan aan emoties, maar de tranen waren op. Af en toe een snik en een korte huil met weinig tranen. Wij waren op. Bij de gemeente hebben we de afspraak bevestigd. Naast ons in de rij stond een stil. Een vrouw wie ongeveer vier of vijf maanden zwanger is met haar vriend. Ik vroeg me af of zij voor hetzelfde kwamen. Later bleek dat ze in de fase zaten waar wij ook zes maanden terug zaten: het tekenen van de erkenning. Konden we maar terug in de tijd. Naar die tijd. De goede tijd. Waar we in spanning allerlei spulletjes aan het verzamelen waren en fantaseerden over ons kindje.

Na een lange wacht mochten we naar balie 17. Een vrouw nam de papieren aan, onze identiteitsbewijzen en zocht een kamer op. Ze kwam later terug en nam ons mee naar een afgelegen kamer. Ze vertelde iets, geen idee wat. Precies. Daarna vroeg ze of we iets te drinken wilden. Ik moest weer plassen, dus we zijn eerst langs het toilet gegaan en vervolgens terug naar de kamer. Nog steeds draag ik een netbroekje met een kraamverband onder mijn positieonderbroek. Mijn buik flubbert en is leeg. Ik haat het om naar het toilet te gaan. Ik voel me 10 kilo lichter, mijn buik is leeg en mijn vagina bloedt. Waarom?! 

Eenmaal terug in de kamer vertrok de vrouw. We zaten daar een tijdje alleen. We hadden het over dat de ruimte leek op een trouwzaal, maar lelijk. Alles was wit, lelijke ledlamp boven de tafel, nep marmeren vloer en glazen deuren met de gemeente erop. Voor ons hing een foto op groot plexiglas van het Bonifatiuskerk, zwart/wit met bruine stenen muur.

We hadden het over ons eigen verleden, hoe wij woonden en wat wij graag voor onze zoon hadden gezien. Dat we hier met de verkeerde reden zaten. Het had juist een leuk moment moeten zijn: het inschrijven van je kindje bij de gemeente. Goed, dat was het dus niet.

De vrouw kwam later terug met de papieren. We merkten wat fouten op en ze liep weer terug. Ondertussen belde de verloskundige. Ze vroeg of ze langs kon komen. We spraken rond 17/18 uur af. Het was op dat moment iets van 15 uur? Ik ben zo slecht met de dagen en tijden. Ik leef in een waas. We wilden na de gemeente langs het uitvaartcentrum om onze zoon te zien. We hadden het idee dat we daar nu klaar voor waren. Gister niet. Gisteren hadden we te veel tranen, die nu bijna op zijn.

De vrouw kwam terug met de papieren. Ze had bij de geboortetijd de tijd van het overlijden gezet. Onze zoon is om 8 uur dood geconstateerd door de verloskundige. Om 9:15 uur is hij dood verklaard in het ziekenhuis door een bevoegde arts, maar hij is geboren om 16:20 uur. Zijn geboortetijdstip was verdomme om 16:20 uur! Als het om 8:00 uur was, dan had hij misschien nog geleefd. Ik was pissig. Zij zei: "het geboortetijdstip maakt niet uit. Het is op dezelfde dag en niemand die het ziet, alleen jullie." ALLEEN WIJ. WIJ. Zijn ouders. Wij. Ja. Dan is dit JUIST confronterend. Ik ging er niet op in en keek door het raam naar buiten. Lekker laten kletsen. Je doet maar. Wat maakt het nog uit. We krijgen hem toch niet terug. De papieren kregen we mee en vertrokken weer.

Het uitvaartcentrum

Het moment waar ik NIET naar uit heb gekeken. Ik wist niet of ik dit kon. Ik heb dagen gehuild en hem dan moeten zien. De bevestiging krijgen dat hij niet leeft, niet beweegt, niet gaat ademen ook. Paars is. Ik wist niet of ik dat kon. Mijn man wilde dit graag. Nu kon hij het. Eerder niet. Dus we gingen erheen.

Ik besefte mij later dat wij dagelijks langs het uitvaartcentrum hebben gelopen van en naar het strand of naar de stad. Nooit heb ik geweten dat het hier stond. Nooit heb ik gedacht dat ik hier naar binnen zou gaan. Zeker niet dat onze zoon hier zou komen te liggen. Na even buiten te hebben gewacht zijn we langzaam naar binnen gegaan. Hij lag direct rechts in een kamer. Mijn man deed de sleutel in het gat en draaide deze om. We hebben gewacht. Ik deed de deur langzaam open. Het licht sprong direct aan. Het kistje. Lichtgekleurd met vlinderknoppen erop. Klein. Misschien zo'n 70 a 80 centimeter lang. Alles ging heel langzaam. Beiden draaiden we de knoppen aan onze kanten eraf. Mijn man tilde de deksel eraf en ik keek naar het plafond. Er zat een dode spin in de hoek. Geplet bij het gordijn. Ook dood.

Mijn man huilde en ik kon niet kijken. Hij begon tegen zichzelf en onze zoon te praten. Huilend, snikkend, als een klein kind en knielde naast hem neer. Ik was er klaar voor. Ik keek. Tranen liepen over mijn wangen. We huilden allebei. Aan de andere kant van het kistje knielde ik neer. Met mijn armen leunend op die koude plaat. De koude plaat waar onze zoon bovenop lag. Onze zoon.... Ligt niet in de box, zijn ledikant, niet in de wipstoel of babynestje, ligt niet bij de kraamvisite in de armen en ook niet in die van ons. Hij lag in die koude klote kist met een paars hoofd. Ogen nog stijfdicht. Zijn neusje is uitgedeukt en kleurde lichtroze. Zijn lipjes, zo zacht en teder waren paars gekleurd. Hij heeft bolle wangetjes met een kuiltje in zijn kin. Zijn hoofd is nooit terug gevormd naar zijn oorspronkelijke staat. Zijn handjes lichtblauw met paarse nagelriemen.

Wat een vreselijk beeld. Met al mijn focus bleef ik hem aanstaren. Zijn buik, zijn gezicht, zijn handen. Beweeg maar. Toe maar. Doe iets. Al is het een vinger. Ach, wie hou je hiermee voor de gek? Mijn man bleef maar huilen. Hysterisch. Pijnlijk. Hij bleef zijn excuses aanbieden en zeggen dat we er voor hem hadden moeten zijn. Juist toen op dat moment. Ik werd gevoed door een schuldgevoel. Ik voelde mij naast die kist een slechte moeder. Hem daar achterlaten, niet bij ons thuis. Hem niet uit het ziekenhuis hebben vervoerd en aangekleed. Dat konden wij niet. Maakt dat ons een slechte ouder? Misschien waren wij wel slechte ouders geworden als hij wèl had geleefd. Ik voelde een wrok naar mijzelf. Zelfhaat. En zoveel liefde en verdriet naar onze kleine jongen. 

Mijn man heeft alleen maar gehuild. Rond gelopen in dat kleine kamertje. Ik zat. Bleef zitten en hem aankijken. Net zo verstijfd als dat hij daar lag. 

Bij de geboorte heeft mijn man onze zoon niet aangeraakt. Kort zijn handje en voetje, maar wilde dit liever niet. Hij was er niet klaar voor. Nu wel. Hij heeft hem opgepakt en geknuffeld. Gekust. Met hem gepraat. Mijn hart brak in duizenden stukjes. Ik kon dit niet. Wat een lijdensweg. Wat een pijn. Er kwam wat vocht uit zijn neusje wanneer hij hem teruglegde. Hij veegde dit weg en bood wel honderd keer zijn excuses aan. Vreselijk. Het is niet jouw schuld. Jij bent een goede vader geweest tijdens de zwangerschap en bent nog steeds een fantastische vader. Ik voelde mij zo enorm klote. Schiet mij maar neer. Doe het. Wat maakt het uit. 

We hebben er een uur of misschien wel twee gezeten. De tijd vloog. Uiteindelijk lieten we hem achter en vertrokken naar huis. 

De avonden

Thuis is mijn man begonnen met de hor te repareren. Deze heeft hij er afgetrokken toen de ambulancebroeders met de brancard kwamen. Intussen zitten er vliegen binnen. Dus hij begon met meten en zagen. Mijn schoonouders kwamen binnen gewandeld. Zijn vader heeft mijn man geholpen met de hor. Mijn schoonmoeder keek toe. Ik liep naar boven.  Mijn man haalde mij op. We hebben met z'n vieren in de woonkamer gezeten. Gepraat over koetjes en kalfjes. Tot de verloskundige kwam. Zij had mij begeleid bij de bevalling. Ik ben niet boos op haar en verwijt haar niks. Ik ben boos op mijzelf dat ik niet doordramde om de eerste keer rond 5 uur al naar het ziekenhuis te gaan. Ik wilde dit.... waarom ben ik niet gegaan?! Waarom twijfelde ik en liet ik het zitten? Ik had naar mijn gevoel moeten luisteren.

Ze vroeg wat mij het meest dwarszat en ik vertelde dát. Dat moment. Ze probeerde te relativeren, het goed te praten, ze had waterige ogen, maar ik kon haar niet aankijken. Niet omdat ik boos ben op haar, maar op mijzelf. Ik had voor mezelf moeten opkomen en het moeten eisen. Luisteren naar m'n gevoel. Oh wat was ik kwaad. Ik kookte.

Ze stelde vragen over het fysieke, mentale, stelde vragen aan mijn schoonouders, aan mijn man en heeft mij gecontroleerd. Ze vertrok. Niet lang erna ook mijn schoonouders. Daarna was het stil.

De avonden zijn het langst. Leeg en stil. Ik wilde op tijd naar bed, maar durf niet alleen in dat bed te slapen. Ik heb op de bank gelegen tot we samen naar boven konden. Het is de eerste nacht dat ik heb doorgeslapen.

23 juni de ochtend

Door mijn warme, brandende, dikke, opgezette borsten werd ik wakker. Ze zijn zo groot en gespannen dat ik beneden koelelementen erin heb gestopt. Dit mocht niet baten, want het brandde er gewoon doorheen. Terug naar boven ben ik in huilen uitgebarsten. Het is vandaag zijn uitgerekende datum en mijn verjaardag. Deze dag zouden wij met z'n drieën als gezin vieren. Juni zou een feestmaand worden met onze verjaardagen, waarna we de zomervakantie zouden aftrappen met z'n drieën. 

En nu... Nu hebben wij 20 juni onze zoon dood ter wereld gekregen en gaan we hem 24 juni cremeren. Zo had het niet moeten lopen. Ik kon niet meer. Ik jankte in de overloop, voor zijn deur, tegen zijn deur en ben zijn kamertje binnengelopen. Het kamertje waar hij nooit in heeft gelegen, maar met mij samen in de buik heeft gestaan en geklust. Nu sta ik daar in mijn netbroekje, opgezette dikke borsten die niet hun functie kunnen uitoefenen en zonder kind. Een verjaardag die de rest van mijn leven zal tekenen. Het is niet de zijne, maar hij kan dit ook niet met ons vieren. Ik krijg geen poepluiers om te verschonen, geen spuug in mijn haar of klamme vingertjes die de mijne beknellen. Ik heb vandaag een dode zoon te bezoeken, omdat het na morgen niet meer kan.

Alsjeblieft, laten we de tijd terugdraaien. Dan had ik het anders gedaan...

Wij missen je.

Oma Baerke's avatar
2 jaar geleden

We weten hoe het voelt en leven net jullie mee💫 wens jullie veel liefde en kracht toe🍀

Daphnelovevinny's avatar
2 jaar geleden

Niet schuldig voelen. Asjeblieft! Je bent een top mama. Dat was je. Dat ben je en dat blijf je. Heel veel sterkte 🥰🥰

Graciella&Jordy's avatar
2 jaar geleden

Huilend zitten lezen met de beelden van t overlijden van ons eigen zoontje op me netvlies. Ik voel je pijn!

's avatar
2 jaar geleden

Heel veel sterkte voor nu en jullie verdere toekomst t is verschrikkelijk om dit mee te moeten maken ik denk aan jullie 😢🙏💫

Hi! Praat je ook mee met postauthor?

Sharing is caring! Deel ook jouw ervaring of mening over dit onderwerp.

Pssst... Ben je er nog?

Er staan nog meer inspirerende verhalen op je te wachten! Maak nu gratis een account aan of log in om verder te gaan.

Nooit meer iets missen van Mamaplaats?

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief!

Hi! Laat je ook een reactie achter bij L-eef?

Of praat mee en deel direct jouw ervaring of mening!

Heb je ook een verhaal of tips om te delen?

Start dan nu je eerste post! Een story, forumtopic of poll plaatsen kan ook.