Het fertiliteitstraject: een continu rouwproces
Kunnen wij ooit nog van ons kindje houden?
Mijn grootste droom in mijn leven is om mama te mogen worden. Voorafgaand aan het fertiliteitstraject heb ik vaak gefantaseerd over dat moment dat je er achter komt dat je zwanger bent. Dat leek me zo’n magisch moment. Ik zag het dan voor me dat ik een zwangerschapstest deed en, met de positieve test en twee babysokjes in mijn hand, naar mijn man rende en we elkaar huilend van blijdschap in de armen vlogen. Dit zou ik nooit zo gaan ervaren. Voor mij is een testmoment geen magisch moment meer, omdat een positieve test alleen maar kan voorkomen na een terugplaatsing op een vooraf besliste testdatum en een positieve test ook geen positieve test hoeft te blijven. Ik heb immers al twee keer ervaren dat het na een positieve test ook nog mis kan gaan. Het andere magische moment leek mij hoe een baby gemaakt wordt. Uit liefde, ontstaat liefde. Bij ons kan een baby alleen ontstaan in de minst romantische omstandigheden: pijnlijke terugplaatsingen en puncties, tl-verlichting, rukbunker, reageerbuis, puistenveroorzakende hormoonspuiten, koekeloerende artsen rondom je met bouwlamp verlichte punani en een eendenbek in je. Erg sexy! Not! Het besef dat je niet sterk genoeg bent om zelf zwanger te mogen worden, doet pijn. Na de operatie is er nog eens bij gekomen dat ik ook niet meer natuurlijk mag bevallen en een groot gezin uitgesloten is. Opeens is dit geen keuze meer, maar wordt dit voor mij beslist. Naast dat ik niet zelf zwanger kan worden, kan ik mijn kind ook nog niet eens zelf op de wereld zetten (mocht het al ooit lukken). Ik ga nooit ervaren hoe het is om mijn vliezen te breken of te persen totdat ik het eerste huiltje hoor. Bij het bevruchten heb ik hulp nodig. Bij het innestelen heb ik hulp nodig. Bij het bevallen heb ik hulp nodig. Het magische is er wel een beetje af. Het voelt als continu rouwen. Ik moet gaan verwerken dat ik nooit op een natuurlijke manier zwanger kan worden. Iets waar ik zo erg naar verlang, zal ik nooit kunnen meemaken. En elke keer komt er weer een stukje bij om te verwerken. Twee keer heb ik afscheid moeten nemen van een beginnend leven. Ook al waren de twee zwangerschappen nog pril, het blijft iets om te verwerken, waar we verdriet om hebben en dus om rouwen. En het zware is dat ik het grotendeels alleen moet doen. Zo veel mensen willen mij helpen, maar niemand kan écht begrijpen waar wij door heen gaan. En zelfs voor mij is het al anders dan voor mijn man. Het gebeurt allemaal in mijn lichaam. Er zijn twee leventjes in mijn buik dood gegaan. Ik ben degene die geen goede omgeving biedt aan onze embryo’s. En het is mijn lichaam, dat niet sterk genoeg is om een zwangerschap te dragen. Ik voel me regelmatig dat kleine meisje dat in haar eentje in de grote boze wereld stapt, zoekend naar een uitweg. Wat is het een vreselijk eenzaam rouwproces. Dit is het stukje verdriet dat soms ook voor mijn omgeving onzichtbaar is. En ondertussen blijft die boze (en soms ook de lieve..) wereld maar roepen dat je moet genieten van je leven en dat je wel blij moet zijn voor anderen. Ik weet echt dat mensen het lief bedoelen, maar door zulke opmerkingen voel ik me alleen maar meer alleen. Zulke opmerkingen geven mij de bevestiging dat ik dit stukje echt alleen moet verwerken en dat diegene niet begrijpt hoe heftig dit proces is. Ik denk dat het voor niemand écht volledig te begrijpen is wat zo’n traject met je doet. Pas als je er zelf in zit, ervaar je hoe elk stukje in je lijf 24/7 verscheurd kan worden door angst, verdriet en machteloosheid.