'Ik ga het proberen, maar moet ik er alles voor doen stop ik er gewoon mee'. Dit zijn de woorden die ik in mijn hele zwangerschap heb gezegd. Zelfs tegen onze kraamhulp en ze steunde me daar volledig in. Alleen zag zij wel dat ik dit echt graag wilde, ik wilde gewoon dat ik dit kon. Want iedereen kan dit toch? Ik was me er op dat moment nog niet van bewust wat borstvoeding geven eigenlijk was. Het begon bij mij met pijn, héél veel pijn. Elk moment van aanleggen voelde alsof er kleine sneetjes in mijn tepels werden gezet, maar die pijn kon ik wel aan. De pijn die ik voelde omdat ik het gevoel had elke dag te moeten kiezen tussen mijn kindjes was erger. Norah wilde vaak en lang drinken. Wat logisch is, want dichter bij je mama kan je niet zijn. Maar daar was Fien, mijn grote meisje waar ik al bijna 3 jaar elke dag en nacht mee samen ben. We staan samen op en gaan samen naar bed, eigenlijk is Fien altijd om me heen. Daar kwam op eens verandering in, tegelijk met heel veel andere veranderingen. En ik kon merken dat ze het zwaar had, met de hele situatie en dus ook met zichzelf. Er zijn tranen over mijn wangen gestroomd, omdat ik elke dag het gevoel had dat ik moest kiezen tussen mijn meisjes en op dag 5 was het klaar. Ik stop. De verloskundige en kraamhulp hebben als advies gegeven het nog 1 dag aan te kijken en pas daarna een beslissing te maken, omdat het toch de beruchte 'jankdag' was in de kraamweek.